pseudoniem – Remy in Wonderland (2024)

12 maart 20245 maart 2024 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (1)bron beeld: trouw.nl

Vanuit de keuken

voor L.

Mijn zilverharige vriendin en ik / zijn als twee grote appelbomen / steviger en heerlijker dan ooit in bloei, / voor de bongerd gerooid wordt.

Wanneer wij elkaar spreken, bijvoorbeeld / over het best-bewaarde damesgeheim / aller tijden, of over hoe wij ons / voegen naar de wet van de wereld,

almaar, en waarom, zegt zij mij: / wij zijn bang voor onze eigen kracht. / En inderdaad, met vreugdevolle / en opbolderende angst zeil ik daarna

de trap af: welke onderneming zal ik / nu eens gaan oprichten, welke harde / waarheid beschrijven; en ga ik, immers / in vlam, die oorlog eens voeren?

uit: soldatenliederen, Arbeiderspers Amsterdam, 1991

Anna Enquist (1945, Amsterdam)

8 maart 202429 februari 2024 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (2)bron beeld: groene.nl

Vrouwen

Haar armen glad en blank in ’t lome / van donker tule, veel parfum en lippen / van karmijnrood – ik zie de tippen / van haar borsten deinend gaan en komen.

Winkel schemerig, veel stoffen op de toonbank / Zij buigt voorover in begerig kijken / Ik zie haar blouse soepel open wijken / en ben verzonken – diep en blank.

Haar benen lang en glad – zij lacht en ligt / loom achterover – ik zie hoe diep en ver de lijnen / van haar benen zijn en / denk eraan met afgewend gezicht.

Zij lacht me door de spiegel toe, en let / daarbij op het effect van haar geschminkte ogen / Wat denk je, zegt ze traag, heb ik de bogen / van mijn wenkbrauwen goed aangezet?

uit: de gedichten, Meulenhoff Amsterdam, 1992

Anna Blaman (1905-1960, Rotterdam)

22 januari 202413 januari 2024 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (3)bron beeld: nrc.nl

Atleten

Het hondje dat hier logeert is zeven jaar geleden geïmporteerd uit Spanje. Het had een zwierige Iberische naam, maar toen de kinderen op Schiphol zagen hoe klein het was, gaven ze het de naam Besje. Ik ken mensen die verontwaardigd zijn dat het hondje niet gekend is in deze beslissing. Ze vinden ook dat ik de poes niet van de stoel mag zetten als ik daar wil gaan zitten, ze voorspellen dat ik nog naar zal opkijken bij de ontwikkeling van dierenrechten. Ik heb drie katten die erg op mij gesteld zijn, ik geef ze iedere dag eten. Ze zijn nog nooit in huis geweest, ze leven buiten in schuren en hooibergen. Ze mijden niet alleen vreemd volk, ze mijden mij ook als ik met vreemden sta te praten. Ze zijn net zo groot als het hondje, met wie ze op voet van gelijkheid leven. Een paar jaar geleden heeft het hondje trouwens toen ik even niet keek, een krielkip gedood. Het was de enige kip die ik nog had, ze liep los, ik was erg aan haar gehecht. Toch heb ik het hondje niet gestraft of toegeschreeuwd, ik heb zelfs niets van mijn verdriet laten merken. Ik weet eigenlijk niet hoe de verhouding tussen mens en dier is. Ik heb er geen speciale denkbeelden over. Ik heb jaren varkens gehouden. Die liepen in hun eigen wei en sliepen in diep stro. Ik vond dat ze een beter leven hadden dan de miljoenen industrievarkens in hun concentratiekampen. Maar ze werden wel opgegeten – door mij. Ze leefden lang, maar tenslotte moesten ze eraan geloven. De slager zei altijd dat hun vlees zo prachtig was. Het zijn geen varkens, het zijn atleten. De meeste mensen die ik ken gaan discussiërend door het leven, van standpunt naar standpunt. Ik sta standpuntloos tussen varken, kip en hondje – de dierenrechten ontwikkelen zich achter mijn rug.

uit: zonnegloren, samenstelling Matthijs van Nieuwkerk, CPNB, 2022

A.L. Snijders (1937-2021, Amsterdam)

14 december 202311 december 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

https://youtu.be/xFfoTqQbjA4?feature=shared

In Parken en woestijnen (van dichteres Vasalis) heb ik het gedicht Aflsuitdijk altijd een van de mooiste gevonden.

Het is een gedicht dat me door zijn muzikale beweging doet denken aan het begin van het pianotrio van Ravel. Wanneer je luistert naar het begin van dit beroemde trio uit 1914, hoor je een uiterst eenvoudige melodie, bijna te eenvoudig. Maar in twee, drie minuten heeft Ravel dit eenvoudige materiaal al stormachtig ontwikkeld en is er tussen piano, cello en viool een geweldige dynamiek ontstaan. Zoiets kan in muziek: met bijna niets beginnen en in korte tijd diepgang en complexiteit creëren. Het kan ook in poëzie. Afsluitdijk is er een mooi voorbeeld van. Het begint met een eenvoudig gegeven, een alledaagse situatie, maar binnen twintig regels heeft Vasalis ons aan de grenzen van de ervaring gebracht.

Afsluitdijk

De bus rijdt als een kamer door de nacht / de weg is recht, de dijk is eindeloos / links ligt de zee, getemd maar rusteloos, / wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken / van twee matrozen, die bedwongen gapen / en later, na een kort en lenig rekken, / onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar ’t een droom, in ’t glas / ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken, / soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken / de geest van deze bus; het gras / snijdt dwars door de matrozen heen. / Dan zie ik ook mezelf. Alleen / mijn hoofd deint boven het watervlak, / beweegt de mond als sprak / het, een verbaasde zeemeermin. / Er is geen einde en geen begin / aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden, / alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.

uit: het visioen aan de binnenbaai – Oek de Jong, Augustus Amsterdam, 2016

M. Vasalis (1909-1998, Den Haag)

pseudoniem – Remy in Wonderland (4)bron beeld: dvhn.nl

9 december 20235 december 2023 / remyepskamp57 / 1 reactie

Rust

verstoor niet mijn gedachten nu, / en roep mij niet om ergens heen te zien, / vandaag stuwt mijn hart mij om te gaan / tot aan een stille kreek, ver weg.

zeg niet dat ik alleen maar weg wil lopen / omdat ik bang zou zijn voor strijd en pijn, / maar ’s werelds rumoer heeft mij zo ingesloten, / wat moet ik doen? mijn bloed wil rust.

daar aan de kreek zal ik dromenland zien, / waar alle dingen zoeter zijn dan hier / en schrikverhalen mij niet zullen hinderen.

als ik ben teruggekeerd zal ik wellicht geworden zijn / een beetje beter mens, / die kan lachen, slaag kan dragen.

uit: de stilte van het ongesproken woord, In de Knipscheer Haarlem, 2014; vertaling uit het Sranan Tongo Henri de Ziel

Trefossa (ps. van Henri de Ziel, 1916-1975, Suriname)

pseudoniem – Remy in Wonderland (5)pseudoniem – Remy in Wonderland (6)

Standbeeld in Paramaribo van dichter Trefossa, pseudoniem van Henri de Ziel (zie inzet); bron beelden: blogspot.com en wikimedia.org

3 december 20232 december 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (7)bron beeld: groningerarchieven.nl

Een ongelovige

Wat je dus wou met schrijven, jaren achtereen, / was om uit alle doen, de dames en de dingen, / kinderen, dieren en ouders, vloeken en zingen, / de grondsmaak te peuren, de zin tot op het been,

was om het snelle leven, de herinneringen / over te maken, om ze langzaam, een voor een, / te proeven. Ze dan, tot nut van het algemeen, / en liever nog van de gegoede lezerskringen,

tot spreuken te stollen, wijsheden als fossiel. / Maar dat zijn substituten voor tenslotte: God, / ik weet misschien wat liefde is, maar heb geen ziel.

Wie niet gelovig is, mag niet met Teksten prijken, / lullen met muzen – amuser – is mijn gebod, / leuk wezen is het hoogste dat ik kan bereiken.

uit: soms een paar uur tweezaamheid, Utrecht, 1987

Max Dendermonde, pseudoniem van Hendrik Hazelhoff (1919-2004, Winschoten)

27 november 202326 november 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

Aan mijn ouders

Heb ik dan nu de gedrukte / opdracht om een heel dun / rafeldraadje om mijn / ouders en mijzelf te rijgen, / opdat wij in het wit van de / wensheid bij elkaar blijven / zullen straks?

Krijg ik die taak dan / slechts met kost en inwoning / opgedragen? Verder niets / waar ik garen bij moge / spinnen? Wordt alleen op / bladzij 27 naar een / standplaats verwezen, niet / meer dan een voor ’t heel gezin?

Dit lijkt op armoe. Pa, / ma, de kind’ren, ik erbij geregen / in dat rafeldraadje, dit lijkt / op heel vragend bijstaan. Zo / onthecht heeft uw losse zoon / nooit U beide lieve ouders / in ’t wit gesmeten willen hebben, / naar de opgedragen / toekomst toe!

uit: Nobile’s Zeppelin, Amsterdam, 1993

Arno Breekveld (= Atte Jongstra, 1956)

pseudoniem – Remy in Wonderland (8)

Met een zeppelin bereikte de Italiaanse ontdekkingsreiziger Umberto Nobile de Noordpool (1926-1928). Bron beeld: pinterest.com

14 november 202312 november 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

Met het drama Israël/Gaza op het netvlies keer ik terug naar onze eigen vaderlandse geschiedenis voor een herkenbaar tragisch tafereel. Het is mei 1940. Plaats van handeling Rotterdam. Een jonge vrouw wacht op haar vriend, die op de leeuwen past in Blijdorp. Wat zij niet weet is dat haar vriend omgekomen is bij zijn zoektocht naar de leeuw, die hij niet heeft gedood, maar die bij de eerste bombardementen ontsnapt.

In de stilte hoor ik een vaag gebrom aanzwellen. Heel ver weg, vanuit het oosten, komt een zwerm vliegtuigen onze richting uit. Koba krijst en begint mij in beweging te duwen. Verbaasd kijk ik naar de lucht, er vallen donkere stippen uit de machines. Wat zijn het er veel, hoe krachtig ronken de motoren!

Naar de kerk, schreeuwt Koba. Ze sleurt me mee, ik volg zonder ergens op te letten. Dan is er een vrouw die ons binnenlaat door een zijdeur.

Naar de kluis, zegt ze, daar is het veilig, die stort niet in. Ze wijst ons een grote brandkast met stevige stalen wanden. De zilveren schalen en kandelaars tillen we eruit, ze staan om ons heen op de stenen vloer. Een voor een klimmen we de kluis in. Dan trekt de vrouw de deur dicht.

(..) Lawines van steen bonzen neer op ons veilige ei. De kerk stort ineen. Eerst zijn we verdoofd van schrik, dan richten we ons op en voelen we langs de wanden. Ze zijn er nog.

Krachteloos vallen we neer, het lijkt of de ijle, lauwe lucht zich nauwelijks naar binnen laat zuigen.

Het tolt in mijn hoofd, ik voel Koba slap naast me liggen, ik knijp in haar arm, hard, er gebeurt niets.

Ineens wil ik eruit. Ik moet naar Leendert, ik moet weten of hij nog leeft. Ik moet me uit deze pikzwarte leegte loswrikken voor ik mijn bewustzijn verlies. Uit alle macht duw ik tegen de deur, tegen wat ik aanzie voor een deur. Hij wijkt niet. Ik volg de wand met mijn handen, voorbij de hoek duw ik weer, en weer en weer. Rondom gooi ik mijzelf tegen de muren, ik zet me schrap en pers mijn schouders tegen de kluiswand. Bloed suist in mijn oren, al mijn spieren trillen, maar de kluis opent zich niet.

Dan schud ik woendend mijn celgenoten bij de schouders, ik schop ze in hun zij, ik scheld ze uit. Ze moeten wakker worden zodat ik niet alleen ben hier, hier in deze ijzeren doos waar het steeds heter wordt. Het wurgt me, ik heb mijn ogen wijd opengesperd maar ik zie niets, ik zie niets.

De stad brandt, de kerk staat in lichterlaaie en de vlammen likken de kluis.

uit: twaalf keer tucht – Anna Enquist, Arbeiderspers Amsterdam, 2011

Anna Enquist (1945, Amsterdam)

pseudoniem – Remy in Wonderland (9)bron beeld: trouw.nl

10 november 20237 november 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (10)bron beeld: rts.ch

Casse-pipe (Kanonnevoer) is een fragment van een omvangrijke roman. Dit boek, door Céline bedoeld als vervolg op zijn tweede roman Moord op krediet (1936), is bij de bevrijding van Frankrijk in 1944 verloren gegaan; Céline was door zijn weinig gelukkige houding tijdens de nazi-periode gedwongen uit te wijken naar Denemarken, en de verzetsmensen die op Bijltjesdag zijn woning doorzochten zullen weinig oog hebben gehad voor de literaire kwaliteiten van het manuscript. Slechts een klein gedeelte werd bewaard, later werden nog enkele brokstukken teruggevonden, waarvan het belangrijkste het Teruggevonden hoofdstuk is.

(..) Al vanaf zijn eerste roman Reis naar het einde van de nacht (1932), heeft Céline weinig twijfel laten bestaan omtrent zijn volstrekte gedesillusioneerdheid wat heroïek en bloedvergieten betreft.

bron: verantwoording door de vertalers bij Kanonnevoer

Ik ben hypergevoelig ’t is erg gecompliceerd bij mij het geringste gebrek aan tact of fijngevoeligheid ergert me en daar lijd ik onder want diep in mijn hart ben ik eigenlijk heel trots en beangstigt me ik wil domineren niet door middel van kunstmatige macht als militair overwicht maar ik wil later of zo spoedig mogelijk een compleet mens zijn, zal ik dat ooit worden zal ik ooit over het fortuin beschikken dat nodig is om de vrijheid te verwerven die je in staat stelt je te ontwikkelen. Ik wil op eigen kracht een vermogende positie verwerven zodat ik al mijn fantasieën kan uitleven (helaas) zal ik voor altijd vrij en alleen zijn omdat ik een te gecompliceerd innerlijk heb om een vrouw te vinden van wie ik lang achtereen kan houden. Ik weet het niet. Vóór alles wil ik leven een leven gevuld met gebeurtenissen die de voorzieningheid naar ik hoop op mijn pad zal plaatsen en niet eindigen zoals zoveel anderen die een lange grauwe weg hebben gekozen in een wereld en in een leven waarvan zij niet de kronkelige paden kennen die je in staat stellen je oordeel te vormen als ik grote crises doormaak die het leven misschien voor mij in petto heeft dan zal ik minder ongelukkig zijn dan een ander want ik wil alles weten en kennen kortom ik ben hoogmoedig is dat fout van me ik geloof het niet het kan me bittere teleurstellingen bezorgen of misschien Succes.

uit: notitieboekje van kurassier Destouches (Detouches was de ware naam van het pseudoniem Céline) De Fransman schreef het op 18-jarige leeftijd. Hij hield het dagboek bij in de laatste maanden van 1913

Louis-Ferdinand Céline (1894-1961, Fr)

uit: kanonnevoer, Meulenhoff Amsterdam, 1988; vertaald door Hans Bakx en Paul de Bruin

6 november 20235 november 2023 / remyepskamp57 / Een reactie plaatsen

pseudoniem – Remy in Wonderland (11)bron beeld; demorgen.be

Een kleinood is het: de Gevouwen woorden van schrijver A. F. Th. van der Heijden (1951), ondertitel: Brieven over de grillen van het vak. Het is midden jaren 70, vorige eeuw. Van der Heijden schrijft reeds voor het literair tijdschrift Tirade, stuurt poëzie naar uitgever Geert van Oorschot (1909-1987) en kondigt ondertussen aan dat proza wellicht een betere keus is.

Val tot je goud wordt, dat ben je waard dat ik je opraap!

Dat placht mijn grootmoeder uit te roepen als ze bijv. weer een peertje van de keldertrap liet rollen – of enig ander voorwerp, onwaardig haar spit in de rug te bezorgen.

Dat je als kunstenaar eerst maar eens ‘een tijd moet lijden’, is heus zo gek nog niet. Een uurtje per dag kan al wonderen doen. Want ‘vallen tot je goud wordt’, dat soort alchemie, daar valt mee te werken.

En toch, en toch – om de grote vis voor me te winnen, gooi ik liever eerst hier en daar wat kleintjes uit. Maar dan wel kanjers van haken erin! Haken en ogen. Weerhaken. Zonder veel geplons. Daarom alvast dit gedicht. Het grote proza kan wachten. Ik heb de tijd. In de jaren die achter me liggen heb ik al genoeg gedronken om voor de rest van mijn leven volkomen droog mijn roes uit te zingen – zonder gemaal op de dijk. Dus dat is al aan kant. Mijn hart is zwaar van de gebottelde reserves – onaangesproken nog. De dronkenschap heeft zich verinnerlijkt. (Wat hebben we het toch zwaar!) En ik ben nog jong – ik draai nog geen kwart eeuw mee. Een kwart eeuw, het derde kwart van deze eeuw – precies het tijdvak dat bestreken wordt door mijn roman Knapensluimer, waar ik hierboven al even mee koketteerde. Precies mijn leven. De hele van God verlaten en vergeten waanzin van mijn tijd moet er in beschreven worden. De hele naoorlogse nep. Onder pseudoniem overigens.

Pieter Vlug van de Dommelbrug.Mijn vaders vroegere bijnaam. Niet dat ik er prijs op stel mijn identiteit verborgen te houden – allerminst. En dat deze frivole vrijbuitersnaam de zwaarwichtigheid van de titel wat compenseert, is alleen maar meegenomen. De ware reden dat ik hem gebruik, heeft met het thema te maken. Een thema zo oud als de Odyssee. Al zal ik zelf wel de laatste zijn om te beweren dat hier nu eindelijk ‘de Nederlandse Ulyssus‘ geschapen wordt.

Het boek behandelt dus de na-oorlogse decennia. Heel strikt. Oorlogsverhalen zijn prachtig, maar men dreigt er op den duur door overvoerd te raken. Er zijn al bibliotheken vol van. (Als misgun ik dr. De Jong zijn baantje niet.) Prima, dat alles, maar waar blijven de grote omvattende romans over de tijden daarna? ‘De roman van een generatie’, noemen ze soms, met veel ophef en vlagvertoon, een boek vol losse woorden en flarden van zinnen – fröbelwerk uit een inrichting voor lijders van afasie.

Toch bewaar ik in mijn boek nog een klein souvenir uit de Tweede Wereldoorlog – in de vorm van een geweerkogel. (We moeten histories blijven denken, nietwaar.) Die kogel vormt ahw. de blanke pit van het verhaal, of liever: de spoel van het weefgetouw. Een verdwaalde kogel uit de laatste wereldoorlog, die ik al op de eerste bladzij het achterhoofd van mijn vader laat binnendringen. Met mijn pen uiteraard. Op een beetje onhandige manier eigenlijk, zodat hij pas op de laatste doel treft. Dwz. tot meer virale lagen doordringt. (… en passeerde het smalste deel van de zandloper en tuimelde een bodemloze tijd binnen.)

uit: gevouwen woorden, brieven over de grillen van het vak – A. F. Th. van der Heijden, Querido Amsterdam, 2001

A. F. Th. van der Heijden (1953, Geldrop)

pseudoniem – Remy in Wonderland (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Edmund Hettinger DC

Last Updated:

Views: 6134

Rating: 4.8 / 5 (78 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Edmund Hettinger DC

Birthday: 1994-08-17

Address: 2033 Gerhold Pine, Port Jocelyn, VA 12101-5654

Phone: +8524399971620

Job: Central Manufacturing Supervisor

Hobby: Jogging, Metalworking, Tai chi, Shopping, Puzzles, Rock climbing, Crocheting

Introduction: My name is Edmund Hettinger DC, I am a adventurous, colorful, gifted, determined, precious, open, colorful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.